Les 1 – Starten met schrijven
Hai schrijver!
Zo, nu beginnen we echt!
In de vorige opdracht moest je opschrijven welke teksten je wilt (leren) schrijven en waarom.
Dit is – voor nu – je schrijfdoel.
Sta even stil bij hoe je het vond om dit op te pennen.
Vond je het makkelijk of moeilijk? Heb je jezelf kunnen verrassen of heb je opnieuw hetzelfde uitgekauwde verhaal opgetekend?
En: vond je het léuk om dit op te schrijven? Of voelde het als een ‘moetje’?
The Curse of the Blinking Cursor
De meeste mensen vinden zómaar iets opschrijven – dus uit de losse pols – erg ingewikkeld. Dat is logisch. Want als je schrijft moet je actief nadenken, je woorden wegen en afvragen wát je precies wilt overbrengen, en dat kost tijd en energie. En dus staren veel mensen een goed deel van hun leven naar een leeg wit Word-document.
Herkenbaar?
Nu, het goede nieuws is, dat dat moeitelozer kan. Gelukkig maar, want tekstschrijvers hebben precies hetzelfde probleem als jij. Oók professionals vinden het lastig om te beginnen met schrijven.
Daarom volgen nu twee opdrachten die je hiermee gaan helpen.
Dit ga je doen (en zoveel tijd kost het)
- Kijken – Ik zal je een geheim vertellen. – 2 minuten
- Lezen – Dit weet bijna niemand over schrijven. – 3 minuten
- Doen – Opdracht 1.1 – Leeglopen – 20 minuten
- Doen – Opdracht 1.2 – Plaatje Praatje – 20 minuten