Tag archieven: bloggen

‘Zal ik gaan bloggen?’ vraag je me

(Het antwoord is ‘ja’)

Bloggers zijn verhalenvertellers.

Maar verhalenvertellers zijn niet per se bloggers.

We vinden het doodeng, gedachten en ideeën opschrijven die écht uit onszelf komen. Die over óns gaan en niet over iets abstracts. Staan die ideeën of gekke associaties daar ineens, zwart op wit, unferfroren. Gedachtespinsels die we eerder nog keurig binnenskamers hielden. En dan zou je ze ook nog eens moeten publiceren?

En dan heb ik het nog niet eens over de moeite die het kost om elke dag, elke week of desnoods elke maand iets zinnigs en prikkelends op papier te zetten. Bloggers zijn doorzetters, soms met het snot voor de ogen.

Dag dagboek – daar ben ik weer

Is schrijven lijden? Mwah. Maar schrijven is ook geen gesneden koek. Zo ben ik dit jaar met een dagboek begonnen. Niet in de vorm van een papieren cahier met een slotje, maar met een dagboek-app op m’n telefoon. Mijn dagelijkse beslommeringen gevat in een foto en een tekstje van een paar regels, meer moest het niet wezen. En toch. Me dáár elke dag toe zetten kost alsnog moeite. Want mijn brein induiken en vijf seconden langer nadenken over wat ik die dag nou éigenlijk heb meegemaakt vraagt toch een heel klein beetje van mijn aandacht. En aandacht vrijmaken, dat is moeilijk.

Niemand anders krijgt mijn dagboek te lezen. Dus waar hébben we het eigenlijk over?

Of het nu een dagboeknotitie is of een voordracht voor een miljoenenpubliek: continu iets waarachtigs schrijven is gedoe. Gedoe waar anderen, lezers, deelgenoot van zijn. Lezers die ook nog eens iets vinden van wat jij schrijft. Voilà: bloggen in een notendop.

Waarom blog ik dan toch? Om drie redenen

  • Plezier
    • Ik schrijf veel en vaak, op dit moment zelfs aan mijn debuutroman. Met eigen blog zorg ik voor mijn eigen online plek waar ik direct mijn teksten op kan publiceren. Ik heb met mezelf afgesproken dit wekelijks te doen. Op die manier daag ik mezelf elke week uit om iets te schrijven dat én relevant is én leuk om te lezen. Zoals een boekweitcracker met hummus: snackable doch voedzaam.
  • Poen
    • Door wekelijks verse content op mijn website te plaatsen indexeren zoekmachines mijn website als relevanter. Als veel mensen mijn blogs lezen zien Google en consorten dat als waardevolle content. Twee aspecten die ervoor zorgen dat mijn website beter rankt waardoor mensen die op zoek zijn naar een online schrijftraining mij sneller vinden. De meeste schrijftrainingen verkoop ik aan mensen die mij via een zoekmachine hebben gevonden. Daarna aan inschrijvers van mijn nieuwsbrief.
  • Prestige
    • Een schrijfjuf die jou vertelt dat je moet schrijven en het zelf niet (zichtbaar) doet, dat is raar. Bovendien zijn mijn blogs een manier om met jou als lezer in contact te blijven. Van jouw eventuele opmerkingen of leesgedrag leer ik weer dingen die ik in mijn schrijftrainingen kan verwerken.

Kortom: wekelijks bloggen levert mij een permante klus op die aan het principe van de drie P’s voldoet.

Waarom zou jij moeten bloggen? Omdat dit je profiel is

  • Je hebt een onbedwingbare neiging om dingen te willen opschrijven. Of je het nou doet of niet.
  • Je wil dat andere mensen jouw schrijfsels lezen. Want je schrijft grappige observaties of supersterke analyses. Bovendien moeten ze jou gewoon leren kennen.
  • Je durft het aan om beter te worden in schrijven.

En waarom dan bloggen?

De beste leerschool is de praktijk en dat geldt zéker voor schrijven. Dan is het slim om die drempel voor jezelf zo laag mogelijk te maken. Voor bloggen heb je niets anders nodig dan een online plek om te publiceren. Het liefst je eigen website. Op je eigen website heb je niet te maken met bitse uitgevers en eindredacteuren, een strenge spellingscorrector of stapels papier en hoge drukkosten.

Je kunt ook je hele ziel en zaligheid op Facebook, Instagram of LinkedIn pleuren. Alleen is je content dan niet meer van jou. Als Mark Zuckerberg of Ryan Roslansky besluit om de stekker eruit te trekken hang je. Een eigen website (laten) maken is écht aan te raden. Als je je een middag verdiept in systemen als WordPress kom je een heel eind*. Via gratis** platforms als Wix en Squarespace is het helemaal makkelijk.

En dat is alles wat ik moet weten over bloggen?

Er zijn wel een paar regels waar blogs aan moeten voldoen. Maar ook weer niet zo heel veel. Een pakkende titel is handig. Je tekst opknippen in alinea’s en die voorzien van tussenkoppen ook. Dan voldoe je meteen aan een paar basale eisen voor webtoegankelijkheid.

Verder: zoveel mogelijk actief schrijven, lange zinnen afwisselen met korte, lees je tekst hardop voor en schrijf ‘Lieve Dagmar’ bovenaan je blog. Als je je blog nog wat meer cachet wil geven plak je een of twee relevante hyperlinks in je blog. En als je helemaal gek wil doen versier je je tekst met een passende afbeelding.

That’s it.

Simpel hè?

En nu maar schrijven.

 

Wil je deze blogs voortaan in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief. 

* Mijn webbouwer Seb de la Web heeft demo’s en video’s online staan met tips. Ook is hij een training aan het ontwikkelen waarmee je zelf je eigen website kunt bouwen. 

** Gratis bestaat natuurlijk niet. Goed boek hierover is Je hebt wél iets te verbergen van Dimitri Tokmetzis en Maurits Martijn.

Schrijven – besteed er alsjeblieft niet zoveel tijd aan

Blog 2

Blog 2

Weet je, dat schrijven, daar moet je niet te veel tijd aan besteden. Echt niet. Kijk, neem nou zo’n blogpost. Natuurlijk, je moet iets te melden hebben. Een eindeloze gedachtestroom op papier loslaten zonder point en je lezer denkt: ‘toedeledokie’. Je wil iets leesbaars bieden. Iets substantieels. En iets dat prikkelt.

Dus: hoe pak je dat dan aan? Nou, laten we maar eens beginnen bij beginnen.

Tijd voor een opdrachtje

En om te beginnen heb ik een micro-opdracht voor je. Ben je er klaar voor? Oké.

Doe je ogen maar dicht en denk aan ‘schrijven’. Of, als dat de abstract voor je is, aan ‘een tekst schrijven’. Wat zie je dan?

Ik durf te wedden dat je een pen krullerige zinnen op papier ziet zetten. Of iemand ziet typen op een toetsenbord.

Klopt dat?

‘Ja,’ denk jij nu enigszins gepikeerd, ‘en is dat niet goed dan?’

Schrijven, dat is toch met letters enzo?

Kijk, dat jij zojuist een schrijvend persoon voor je zag is niet per se fout. Je visualiseert schrijven dan dus als handeling. Schrijven ís ook een handeling: het verwoorden van gedachten en ideeën. Maar iets schrijven, van rapportage tot bericht op Twitter tot appje tot verjaardagswens op de kaart van je vriendin die 40 is geworden, is méér dan alleen ideeën en gedachten omvormen tot letters en zinnen. Schrijven is vooral: denken.

Blogacademie-goeroe Kitty Killian zegt zelfs dat schrijven op zichzelf niet bestaat:

‘Schrijven bestaat niet. Niet op zichzelf. Schrijven is het noteren van je gedachten. Eerst denk je, dan schrijf je.’

Oké, wat ís schrijven dan allemaal?

Als we het hebben over schrijven, bedoelen we meestal het schrijfproces. Het proces van schrijven kun je onderverdelen in drie fases:

De onderzoeksfase

Hier valt ‘denken’ onder. Maar ook googelen, relevante blogs of artikelen lezen, podcasts beluisteren, YouTubevideo’s bekijken die te maken hebben met jouw idee dat je zo direct, in de schrijffase, uit de doeken wil doen.

De schrijffase

Je hebt een idee, je hebt er achtergrondinformatie bij gezocht, en nu schrijf je het op. Ik weet dat het niet zo simpel is, maar tegelijkertijd is het zo simpel. Ik kom zo terug op de schrijffase.

De redactiefase

Je hebt je idee, je hebt erover nagedacht, je hebt van alles en nog wat op het papier gekletterd. En nu haal je een paar keer diep adem, wrijft in je handen, zet je RBF-blik op en gaat hier eens even heel kritisch doorheen.

Deze drie fases vormen de basis van de online schrijftraining Zakelijke teksten schrijven, waarin je natuurlijk leert om de puntjes op de i te zetten. Maar waarin de meeste aandacht uitgaat naar hoe je begint, hoe je je schrijfdoel bepaalt, welke labels je zo allemaal aan je tekst kunt hangen en hoe je helder en effectief leert schrijven.

De schrijffase kost trouwens het minste tijd

De onderzoeksfase en de redactiefase kostten allebei meer tijd dat het daadwerkelijke schrijven. Bijvoorbeeld: je schrijft een blog en doet daar in totaal vier uur over. Voor een inhoudelijk goed en aantrekkelijk geschreven blog is dat een redelijk gemiddelde (linktip naar onderzoek van de Amerikaanse content marketeer Andy Crestodina). Van die vier uur besteed je gemiddeld anderhalf uur aan onderzoek, nog eens anderhalf uur aan redactie en één uur aan het daadwerkelijke schrijven .

De schrijffase, oftewel de arena voor chaos en structuur

Als je de onderzoeksfase erop hebt zitten betreed je de arena van je eerdere visualisatie, van de schrijvende persoon. Van schrijven als handeling. Ook wel bekend als de schrijffase. Dit is wat je eigenlijk in de schrijffase doet: je structureert je gedachten. Of die nu bij jou in keurige hapklare brokken uit je toetsenbord komen rollen of in een eindeloze stroom Unicorn Vomit. Laat maar gaan, die woorden, kwak maar neer. In deze fase hoef je je eenhoorns (of je pony’s) niet in binnen te houden. Wat nu telt is dat je niet onnodig blijft haken achter een typefout of een niet lekker lopende zin. Of achter een getal dat je nog moet verifiëren. Eerst moet je je gedachten op papier zien te krijgen. Pas dán kun je verder. Done is better than perfect.

Heb je een punt na je laatste zin gezet? Gefeliciteerd! Je bent door naar de volgende ronde, de redactiefase.

De redactiefase: de spellingschecker annex voorleesouder

In de redactiefase ondervang je gelukkig al de helft van alle stomme schrijf- en spelfouten door je spellingscheck aan te slingeren en de boel na te lopen op kromme zinnen. De andere helft ondervang je voor het grootste gedeelte op deze manier: je tekst hardop voorlezen. Dat kost je misschien vijf of tien minuten, maar het levert je heel veel op. Je tekst voorlezen helpt je enorm om die gedachten, die je achter elkaar hebt gekwakt, eens even goed tot je door te laten dringen. Wat stáát hier nou eigenlijk? Snap ík het nog? Want als jij het niet snapt, dan snapt je lezer het al helemaal niet. Bovendien haal je, door je tekst hardop voor te lezen, gegarandeerd één herhaling uit je tekst. En waarschijnlijk meer dan één.

Komt er ook nog een eindredacteur-from-hell op de proppen

Nadat je als een strenge redacteur door je tekst hebt lopen ploegen, mag je ook nog eens je innerlijke eindredacteur-from-hell op je tekst laten losgaan. Check de titel en de eventuele tussentitels. Kloppen de interne en externe links? Ben je consistent in het gebruik van bepaalde termen? Heb je al een goede inleiding of samenvatting voor op social media, in je nieuwsbrief, op de homepage, in het persbericht?

En als alles klaar is, en goed bevonden, dán kan je tekst op het blog. Of op je website. Of in de krant. Klaar om gelezen te worden. Bejubeld. Bekritiseerd. Dat laatste alleen als je mazzel hebt.

Dus nee, ik zeg niet dat het simpel is, dat schrijven. En dan bedoel ik het schrijfproces. Want dat is het vaak niet. Je wil je lezer iets bijzonders voorschotelen, iets leesbaars én iets waar hopelijk over nagedacht wordt. En daar gaat aandacht en denkkracht in zitten.

Maar tijd?

Nee, tijd zou ik aan dat schrijven niet te veel besteden.

Wil je deze blogs voortaan in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.