Tag archieven: N=1

Voor wie schrijf ik? Voor iemand die de nummer 1 schrijftip gaat lezen

Als je schrijft en op zoek gaat naar informatie over hoe dat dan moet, dat zakelijk schrijven, kom je vroeg of laat de volgende opmerking tegen: Je moet weten voor wie je schrijft. Sterker nog: Je moet je doelgroep bepalen. JE DOELGROEP! Goh. En wie zouden dat dan moeten zijn?

Timmermannen met één been? Marcom-medewerkers met te weinig tijd? Pasbevallen vrouwen die weer in hun kracht gezet moeten worden?

Ik probeer juist níet voor een doelgroep te schrijven. En als ik jou was zou ik dat ook niet doen.

Waarom niet?

Vanwege zouteloze openingszinnen, onder andere

Omdat ‘schrijven voor een doelgroep’ doorgaans zouteloze, middle-of-the-road-achtige teksten oplevert. Teksten die beginnen met ‘Heeft u ook weleens..’. Of: ‘Wil jij weten of..’. Of: ‘Ben jij iemand die..’?

In sommige gevallen kun je prima zo’n zouteloze openingszin gebruiken. Omdat je je gegarandeerd weet van de aandacht van je lezer. Omdat je lezer jou bijvoorbeeld persoonlijk kent. Omdat je lezer al zat te wachten op deze tekst van jou. Of omdat je inhoudelijk zó wham, in your face bent dat die hele openingszin er niet toe doet.

‘Heeft u ook weleens nagedacht over wie uw banden steeds lek prikt?’ (IEEUW!)

‘Wil jij weten of je écht de vader bent?’ (OMG)

‘Ben jij iemand die afgelopen nacht op de binnenplaats van Café ’t Slokje is wezen joyriden?’ (No Comment)

Goed, we dwalen weer eens af.

En omdat je toch niet weet waar je lezer op zit te wachten

Voor een doelgroep willen schrijven geeft je als schrijver schijnzekerheid. Je wéét gewoon niet wat mensen denken en willen. Je wéét niet waar hun pijn zit. Ja, je kunt het vragen door middel van een enquête en dat levert je vast iets op. Namelijk kennis over een select gezelschap, waarvan je maar moet aannemen dat ze ten tijde van invullen zichzelf ontzettend goed doorhebben, jouw vraagstelling volledig begrijpen, doodeerlijk tegen je durven zijn en bovendien een glazen bol hebben en precies weten waar ze zichzelf over een half jaar in jouw klantreis plaatsen.

Bovendien: ik wil als lezer jóu leren kennen

Wat meer is, ik hoef als lezer niet te horen van jou waarom ik zo uniek ben, of behoeftig. Dat weet ik waarschijnlijk zelf wel. Ik wil vooral weten waarom ik drie minuten van mijn kostbare tijd aan jouw blog, aan jouw mailtje, aan jouw nieuwsbrief zou moeten besteden.

En eigenlijk heb ik als lezer maar één reden waarom ik dat zou doen. En dat is omdat ik je wil leren kennen. Dus die drempel moet je als schrijver zo laag mogelijk houden. En dat doe je niet door ‘voor de massa’ te schrijven.

Nou doet mijn doelgroep sowieso niet wat ik wil

Ik slingerde een vraagsticker in mijn Instagramstories met de vraag: ‘Waarover zal ik deze week bloggen’. Ik rekende aanvankelijk op verzoekjes over schrijftips. Zoals of het nu ‘teveel’ of ‘te veel’ is. De respons was vooral lollig. Het moest over amateurwielrenkleding gaan, dadels met MonChou, de Super League en het obligate ‘je moeder’ kwam ook voorbij.

Tot zover mijn doelgroep 🙂

Eerst dacht ik nog: Leuk, een creatieve uitdaging. Een beetje zoals de schrijfoefeningen die ik ooit rondstuurde. Hier heb je een handjevol woorden, schrijf er wat leuks over. Maar in feite manoeuvreer ik mezelf dan in een brainstorm met mezelf. En ik heb een hekel aan brainstorms.

Toch gaan veel mensen en organisaties zo te werk

Je slingert iets de wereld in, wacht op respons en gaat daarmee aan de slag, in de hoop dat iedereen het dan leuk of aantrekkelijk vindt. Maar de massa moet je niet in alles willen betrekken. Niet in politieke besluitvorming, niet in de rechtstaat (luister naar de podcast De Deventer Mediazaak om te horen hoe Maurice de Hond met ‘wisdom of the crowd’ iemands leven in de vernieling helpt) en dus ook niet in je teksten.

Waar blijft die nummer 1 tip?

Yes, daar komt ie. Ik heb hem niet zelf bedacht, maar dit is een beproefde methode. Dave Trott, een Amerikaanse copywriter deelde hem op zijn blog. En het is zó goed, en zó simpel en zó waar.

Komt ie:

Schrijf je tekst aan één persoon.

That’s it.

Hoe doe je dat?

Begin je tekst, welke tekst dan ook, met een aanhef. De copywriter die Trott aanhaalt, Bob Levenson, schreef al zijn copy aan zijn zogenaamde vriend Charlie. Elke reclametekst, briefing of rapport begon hij aldus met ‘Dear Charlie’. Omdat dat hem hielp om uit te leggen wát hij nou wilde vertellen en waarom Charlie daar notie van moest nemen.

Zoals auteur Kurt Vonnegut, onder andere van Slaughter House Five, ook al zei:

Write to please just one person. If you open a window and make love to the world, so to speak, your story will get pneumonia.

Een longontsteking of een overload aan bullshit op Instagram.

Dus probeer het eens. Start je tekst met ‘Lieve Mark’ of ‘Beste Heleen’. ‘Hoi Laurens’ of ‘Ha, die Tineke’. En kijk eens wat dat met je doet.

Rest mij nog om je één ding te zeggen.

Lieve lezer, jij bent uniek.

En dat meen ik serieus.

Wil je deze blogs voortaan in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.