Weet je, dat schrijven, daar moet je niet te veel tijd aan besteden. Echt niet. Kijk, neem nou zo’n blogpost. Natuurlijk, je moet iets te melden hebben. Een eindeloze gedachtestroom op papier loslaten zonder point en je lezer denkt: ‘toedeledokie’. Je wil iets leesbaars bieden. Iets substantieels. En iets dat prikkelt.
Dus: hoe pak je dat dan aan? Nou, laten we maar eens beginnen bij beginnen.
Tijd voor een opdrachtje
En om te beginnen heb ik een micro-opdracht voor je. Ben je er klaar voor? Oké.
Doe je ogen maar dicht en denk aan ‘schrijven’. Of, als dat de abstract voor je is, aan ‘een tekst schrijven’. Wat zie je dan?
Ik durf te wedden dat je een pen krullerige zinnen op papier ziet zetten. Of iemand ziet typen op een toetsenbord.
Klopt dat?
‘Ja,’ denk jij nu enigszins gepikeerd, ‘en is dat niet goed dan?’
Schrijven, dat is toch met letters enzo?
Kijk, dat jij zojuist een schrijvend persoon voor je zag is niet per se fout. Je visualiseert schrijven dan dus als handeling. Schrijven ís ook een handeling: het verwoorden van gedachten en ideeën. Maar iets schrijven, van rapportage tot bericht op Twitter tot appje tot verjaardagswens op de kaart van je vriendin die 40 is geworden, is méér dan alleen ideeën en gedachten omvormen tot letters en zinnen. Schrijven is vooral: denken.
Blogacademie-goeroe Kitty Killian zegt zelfs dat schrijven op zichzelf niet bestaat:
‘Schrijven bestaat niet. Niet op zichzelf. Schrijven is het noteren van je gedachten. Eerst denk je, dan schrijf je.’
Oké, wat ís schrijven dan allemaal?
Als we het hebben over schrijven, bedoelen we meestal het schrijfproces. Het proces van schrijven kun je onderverdelen in drie fases:
De onderzoeksfase
Hier valt ‘denken’ onder. Maar ook googelen, relevante blogs of artikelen lezen, podcasts beluisteren, YouTubevideo’s bekijken die te maken hebben met jouw idee dat je zo direct, in de schrijffase, uit de doeken wil doen.
De schrijffase
Je hebt een idee, je hebt er achtergrondinformatie bij gezocht, en nu schrijf je het op. Ik weet dat het niet zo simpel is, maar tegelijkertijd is het zo simpel. Ik kom zo terug op de schrijffase.
De redactiefase
Je hebt je idee, je hebt erover nagedacht, je hebt van alles en nog wat op het papier gekletterd. En nu haal je een paar keer diep adem, wrijft in je handen, zet je RBF-blik op en gaat hier eens even heel kritisch doorheen.
Deze drie fases vormen de basis van de online schrijftraining Zakelijke teksten schrijven, waarin je natuurlijk leert om de puntjes op de i te zetten. Maar waarin de meeste aandacht uitgaat naar hoe je begint, hoe je je schrijfdoel bepaalt, welke labels je zo allemaal aan je tekst kunt hangen en hoe je helder en effectief leert schrijven.
De schrijffase kost trouwens het minste tijd
De onderzoeksfase en de redactiefase kostten allebei meer tijd dat het daadwerkelijke schrijven. Bijvoorbeeld: je schrijft een blog en doet daar in totaal vier uur over. Voor een inhoudelijk goed en aantrekkelijk geschreven blog is dat een redelijk gemiddelde (linktip naar onderzoek van de Amerikaanse content marketeer Andy Crestodina). Van die vier uur besteed je gemiddeld anderhalf uur aan onderzoek, nog eens anderhalf uur aan redactie en één uur aan het daadwerkelijke schrijven .
De schrijffase, oftewel de arena voor chaos en structuur
Als je de onderzoeksfase erop hebt zitten betreed je de arena van je eerdere visualisatie, van de schrijvende persoon. Van schrijven als handeling. Ook wel bekend als de schrijffase. Dit is wat je eigenlijk in de schrijffase doet: je structureert je gedachten. Of die nu bij jou in keurige hapklare brokken uit je toetsenbord komen rollen of in een eindeloze stroom Unicorn Vomit. Laat maar gaan, die woorden, kwak maar neer. In deze fase hoef je je eenhoorns (of je pony’s) niet in binnen te houden. Wat nu telt is dat je niet onnodig blijft haken achter een typefout of een niet lekker lopende zin. Of achter een getal dat je nog moet verifiëren. Eerst moet je je gedachten op papier zien te krijgen. Pas dán kun je verder. Done is better than perfect.
Heb je een punt na je laatste zin gezet? Gefeliciteerd! Je bent door naar de volgende ronde, de redactiefase.
De redactiefase: de spellingschecker annex voorleesouder
In de redactiefase ondervang je gelukkig al de helft van alle stomme schrijf- en spelfouten door je spellingscheck aan te slingeren en de boel na te lopen op kromme zinnen. De andere helft ondervang je voor het grootste gedeelte op deze manier: je tekst hardop voorlezen. Dat kost je misschien vijf of tien minuten, maar het levert je heel veel op. Je tekst voorlezen helpt je enorm om die gedachten, die je achter elkaar hebt gekwakt, eens even goed tot je door te laten dringen. Wat stáát hier nou eigenlijk? Snap ík het nog? Want als jij het niet snapt, dan snapt je lezer het al helemaal niet. Bovendien haal je, door je tekst hardop voor te lezen, gegarandeerd één herhaling uit je tekst. En waarschijnlijk meer dan één.
Komt er ook nog een eindredacteur-from-hell op de proppen
Nadat je als een strenge redacteur door je tekst hebt lopen ploegen, mag je ook nog eens je innerlijke eindredacteur-from-hell op je tekst laten losgaan. Check de titel en de eventuele tussentitels. Kloppen de interne en externe links? Ben je consistent in het gebruik van bepaalde termen? Heb je al een goede inleiding of samenvatting voor op social media, in je nieuwsbrief, op de homepage, in het persbericht?
En als alles klaar is, en goed bevonden, dán kan je tekst op het blog. Of op je website. Of in de krant. Klaar om gelezen te worden. Bejubeld. Bekritiseerd. Dat laatste alleen als je mazzel hebt.
Dus nee, ik zeg niet dat het simpel is, dat schrijven. En dan bedoel ik het schrijfproces. Want dat is het vaak niet. Je wil je lezer iets bijzonders voorschotelen, iets leesbaars én iets waar hopelijk over nagedacht wordt. En daar gaat aandacht en denkkracht in zitten.
Maar tijd?
Nee, tijd zou ik aan dat schrijven niet te veel besteden.
Wil je deze blogs voortaan in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.